Gents hof van beroep spreekt zich uit over de bezoldigingstheorie: (n)iets nieuws onder de zon?

Het is een gekende situatie in het ondernemingslandschap: een vennootschap investeert in een onroerend goed, in vruchtgebruik of in volle eigendom, dat vervolgens (deels) voor privégebruik ter beschikking wordt gesteld aan de bedrijfsleider. De bezoldigingstheorie gaat uit van het principe dat de vennootschap de kosten met betrekking tot het pand in aftrek mag nemen aangezien deze kaderen in de toekenning van een voordeel van alle aard.

"Dat is een zuivere toepassing van artikel 49 Wetboek van inkomstenbelasting (WIB)", stelt Mr. Merckx. "Een bestuurder woont gratis in het onroerend goed aangekocht door de vennootschap: een forfaitair voordeel waarop hij of zij wordt belast. De kosten verbonden aan het onroerend goed, zoals de transformatie- en inrichtingskosten of de onroerende voorheffing, zijn volgens de rechtspraak aftrekbaar op basis van de bezoldigingstheorie."

De pers noemt dit arrest baanbrekend, maar volgens Mr. Merckx is dit geenszins het geval. "Sommige auteurs interpreteren deze uitspraak alsof de prestaties van de bedrijfsleider niet bewezen moeten worden. Dat klopt natuurlijk niet. De feiten die aan de beoordeling liggen van het hof zijn zeer duidelijk onderbouwd en bevestigen wat we als kantoor steeds adviseren: zorg voor een goed gestoffeerd dossier."

De bezoldigingstheorie is gegrond op duidelijke fiscale principes en biedt ondernemingen een belangrijk voordeel. Daartegenover staat de nood aan een omvattende dossieropbouw, en daar zet u als ondernemer best zo vroeg mogelijk op in. "Koopt de vennootschap een onroerend goed? Laat een algemene vergadering samenkomen en motiveer de investeringsmeerwaarde uitdrukkelijk in de notulen. Misschien is de woning gelegen op een toplocatie waar op termijn een belangrijke meerwaarde kan worden gerealiseerd, of leent het pand zich perfect voor de verhuurmarkt. Stuk voor stuk elementen die aantonen dat de vennootschap baat heeft bij de vastgoedinvestering."

Naast de troeven van het pand, loont het ook om de inspanningen en verwezenlijkingen van de bedrijfsleider te onderstrepen. Zeker in de context waarin een managementvennootschap de prestaties van de manager factureert aan de exploitatievennootschap, vertelt Mr. Merckx."Met het oog op fiscale optimalisatie, keert de vennootschap de bedrijfsleider vaak een beperkte persoonlijke bezoldiging uit. Deze minimale vergoeding staat veelal niet in verhouding met het werk dat de bedrijfsleider uitvoert en de maandelijks behaalde omzet die hieruit voortvloeit voor de vennootschap. Vanuit die optiek is het logisch dat de bedrijfsleider een gepaste vergoeding ontvangt voor het geleverde werk, bijvoorbeeld door de terbeschikkingstelling van een woning. De vennootschap doet er goed aan om die redenering te motiveren in de notulen."

Fiscale optimalisatie valt of staat met een goede documentatie en glasheldere notulen. En daarvoor schakelen vennootschappen best tijdig de expertise in van een doorwinterde advocaat. Het fiscaal team van Novius telt ervaren advocaten, elk met hun eigen opleidingsachtergrond en expertise. Wat hen bindt? Diepgaande én up-to-date kennis van het fiscaal recht. "Fiscaliteit evolueert razendsnel. Bijblijven is dus de boodschap, en daar zetten we als kantoor maximaal op in. Tweewekelijks schuiven we samen aan tafel en zoomen we in op recente rechtsontwikkelingen. Van markante rechterlijke beslissingen, tot fiscale rulings. Ons team volgt de actualiteit op de voet, durft kritisch denken en adviseert cliënten met scherpe kennis van zaken."

Persoonlijke, transparante juridische ondersteuning staat daarbij centraal, vertelt Mr. Merckx. "Elk advies wordt nauwkeurig afgestemd op de individuele situatie van elke cliënt. Dat geldt ook bij het opstellen van de notulen: onze advocaten omringen fiscale dossiers steeds met de juiste stukken en motivaties, om latere potentiële discussies op te vangen. Zo willen we ons professioneel cliënteel zoveel mogelijk ontzorgen, zodat zij zich kunnen focussen op hun core business."