De weg naar de fiscale hervorming wordt geplaveid

Op 18 juli 2022 lanceerde Minister van Financiën Vincent Van Peteghem zijn blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming. Met deze blauwdruk wil de Minister een kader scheppen dat zorgt voor een moderner, eenvoudiger, rechtvaardiger en neutraler fiscaal landschap (zoals bepaald in het regeerakkoord).

De blauwdruk heeft alvast het voordeel de principes van de fiscaliteit ruimschoots op voorhand te willen vastleggen en dat op transparante wijze. Weg met de fiscale koterijen, bijzondere uitzonderingsregimes en onvoorspelbare fiscale bokkensprongen. Fiscaliteit niet als doel op zich, maar als middel voor een duurzaam beleid.

 

 

Een grondige hervorming

Dat onze federale fiscaliteit reeds lang toe is aan een grondige hervorming, is geen geheim en werd zowel onder Belgische fiscalisten als internationaal reeds langer aangekaart (o.m. door het IMF en OESO).

De blauwdruk is gebaseerd op de algemene visienota van 5 juli 2022 die werd opgesteld door Prof. Mark Delanote en een team van verschillende fiscalisten en economen. Deze nota vormt een voorbereidend document dat kadert binnen het hervormingsproces dat in het regeerakkoord nader wordt toegelicht.

 

 

De visienota omvat onder andere enerzijds de doelstellingen, engagementen en leidende principes zoals opgenomen in het Regeerakkoord en anderzijds de 4 pijlers waarop een ‘goede belasting’ wordt gebouwd:

 

  1. Efficiëntie en neutraliteit;
  2. Herverdeling;
  3. Eenvoud; en
  4. Rechtszekerheid.

 

Uit deze algemene uitgangspunten worden vervolgens 26 bouwstenen gedistilleerd, gegroepeerd rond:

 

  1. De belastbare eenheid;
  2. De belaste bestanddelen;
  3. De niet-belaste bestanddelen;
  4. De tariefstructuur;
  5. De heffingsprincipes; en
  6. De wisselwerking met deelentiteiten.

 

Op basis van al deze elementen legt de visienota een aantal meer geconcretiseerde ideeën op tafel voor een evenwichtigere fiscaliteit. Veel van deze elementen komen ook terug in de blauwdruk van Minister Van Peteghem.

Zo wordt voorgesteld om met een meer eigentijdse gezinssamenstelling rekening te houden. De sturing in de toeslagen wordt verminderd, bv. door voor elk (bijkomend) kind eenzelfde fiscaal voordeel te voorzien, waarbij dit fiscaal voordeel voortaan overigens (en in de regel) over de beide ouders wordt verdeeld. Het huwelijksquotiënt zou komen te vervallen, wat niet wegneemt dat de partner voortaan wel als een ‘persoon ten laste’ zou kunnen worden aangemerkt. Er wordt ook voorgesteld om de werkelijk alleenstaanden een hogere belastingvrije som toe te kennen.

 

Op het niveau van de inkomsten zelf, wordt er, uitgaande van de bouwstenen, een duale belastingstructuur voorgesteld, waarbij ‘activiteitsinkomsten’ belast worden aan progressieve tarieven en ‘vermogensinkomsten’ aan een evenredig tarief. Een dergelijke opsplitsing is een manier om rekening te houden met de eigenheid van elk van die inkomsten.

 

De activiteitsinkomsten omvatten zowel de inkomsten van ondernemers als die van werknemers. De ultieme betrachting bestaat er in de belastingdruk op die inkomsten zoveel als mogelijk te laten zakken. Dit is technisch gemakkelijk realiseerbaar middels de verbreding van de tariefschijven en/of het laten dalen van de tarieven.

 

Op basis van het neutraliteitsprincipe (en de evidente eenvoud) wordt daarnaast voorgesteld om allerhande verloningsvormen in de regel op dezelfde wijze te belasten, en dit los van het statuut of de vergoedingswijze. In de relatie met de sociale zekerheid, wordt aangeraden de loonbegrippen maximaal te harmoniseren (en dit onverminderd andere aanbevelingen, zoals bv. de suggestie om in de sociale zekerheid het verzekeringsprincipe opnieuw sterker te benadrukken).

 

De vermogensinkomsten omvatten op hun beurt zowel de ‘vruchten’ (grosso modo de huidige onroerende en roerende inkomsten) als de meerwaarden. Voor deze inkomsten wordt een vlak tarief voorgesteld, met dien verstande dat toch aangeraden wordt om het plafond van 30% niet te overschrijden. In bepaalde gevallen is een verlaagd tarief (om evidente redenen) verantwoord, bv. in de hypothese van dividenden en meerwaarden op aandelen - huidig voorstel is 15% - waarop ‘hoger in de keten’ reeds vennootschapsbelasting werd betaald.

 

Wat de consumptie betreft, wordt vooral gepleit voor een verschuiving naar belasting op vervuiling. Zo wordt een milieu- en klimaatvriendelijke fiscaliteit voorgesteld,  waarbij ook wordt gesuggereerd om de herverdelingsdoelstelling vooral via de personenbelasting te bewerkstelligen.

 

Besluitend kan dan ook worden gesteld dat deze nota vooral wenst te beklemtonen dat het definiëren van duidelijke uitgangspunten en bouwstenen reeds in belangrijke mate kan bijdragen tot een opbouw van een coherent fiscaal stelsel. Net op dat vlak, loopt het in onze fiscaliteit toch al enige jaren fout.

 

Met deze blauwdruk wordt alvast een ambitieuze hervorming voorop gesteld.

 

Wordt in elk geval vervolgd…

Kantoor Sint-Pieters-Leeuw

Kantoor Kortrijk

schrijf u in op onze nieuwsbrief

Wij steunen diverse initiatieven om bij te dragen tot een betere wereld.
Lees meer over onze inzet.